Open submenu

Van WvK tot WoesteLand – onze geschiedenis

Al vanaf het ontstaan van IVN natuureducatie worden er jongerenkampen in de natuur georganiseerd. Er is sinds onze oprichting en in de tocht van WvK tot WoesteLand veel veranderd, maar nog veel meer hetzelfde gebleven. De kapsels en de organisatie zien er tegenwoordig misschien wat anders uit, maar de groepen, vriendschappen die vormen en het werk dat we doen verschillen niet veel van de eerste kampen zo’n 60 jaar geleden. 

 

De eerste jongerenkampen

Jongeren doen vrijwilligerswerk in de natuur tijdens een kamp van de WvKIn de zomer van 1962 vonden de eerste drie “natuurbescherming werkkampen” plaats. IVN natuureducatie was pas twee jaar geleden opgericht met het doel om zich in te gaan zetten voor natuureducatie en daarbij lokale krachten te bundelen en te zorgen dat natuureducatie permanent op de kaart zou komen. In het IVN jaarverslag van 1961 kunnen we al over de plannen voor natuurwerk kampen lezen: “De opzet van deze kampen is dat jongeren in de leeftijdsgroep van 15 tot 25 jaar werkzaamheden zullen verrichten in natuurreservaten ten behoeve van het wetenschappelijk beheer. ‘s Avonds zullen lezingen worden gehouden waarop de jongeren voorgelicht worden over het doel en de noodzaak van deze werkzaamheden en over natuurbeschermingsproblemen in het algemeen.”

Wilgenknotten was een favoriete activiteit bij de WvK en nu ook bij WoesteLand

Bij de eerste drie kampen in 1962 was op elk kamp plek voor 40 deelnemers, maar we krijgen 450 aanmeldingen. Van het NIVON word kookmateriaal geleend en Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten zorgen voor het gereedschap. Van uit het NIVON kwamen ook tante Loes en tante Jo, die zorgden voor simpel, maar voedzaam eten. Op maandag, de dag van aankomst geeft de beheerder s middags een excursie en s avonds een lezing. Op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag werken we. Woensdagavond komt een deskundige om een lezing te geven over natuurbescherming. Tussendoor wordt er gezongen en gevolksdanst (hupsen). Vrijdagavond was er een bonte avond en zaterdag, uiterlijk 12 uur zijn we weer op weg naar huis. Geslapen werd in boerderijen en schuren, jongens en meisjes keurig gescheiden. De conclusie na de zomer: helemaal geslaagd, volgend jaar twee keer minstens twee keer zo veel kampen.

In de jaren hierna blijven we groeien. Meer kampen betekent dat we niet om de zomeractiviteiten van andere natuurorganisaties heen kunnen en ondanks het minimale IVN budget wordt eigen kookmateriaal en tenten aangeschaft. In 1964 wordt voor het eerst een trainingskamp (kaderkamp) georganiseerd over het begeleiden van de kampen. De deelnemers bestaan uit mensen die eerder een kamp hebben begeleid en deelnemers uit de kampen die waarschijnlijk tot goede begeleiders uit kunnen groeien. Vanaf dit moment krijgen de KC’ers (leden van een kampcommissie, oftewel de begeleiders) steeds meer invloed op de gang van zaken tijdens de kampen. Hun deskundigheid groeit en ze weten uit de praktijk wat goed aansluit bij de deelnemers.

De WvK als Werkgroep van Kampstafleden

We blijven groeien en tante Loes en tante Jo lukt het niet meer om voor alle kampen te koken. De KC’ers gaan vaker zelf koken en bij de begeleiders training komt aandacht voor het koken voor grote groepen. In deze periode wordt steeds vaker afgeweken van het vaste menu. Er komt vraag naar kampen voor oudere deelnemers (18 tot 30 jaar), naar langere kampen en naar minder werk. We ontwikkelen steeds vaker ons eigen educatie materiaal. De lezingen van de eerste kampen maken plaats voor discussies in kleine groepjes en we maken (tot in de kleine uurtjes) muurkranten over kringlopen, voedselketens, ontstaan en beheer van natuurgebieden en andere zaken die op een kamp spelen.

Op een WvK kamp wordt het snoeiafval na een dag vrijwilligerswerk in de duinen verbrand.

In 1970 wordt besloten dat er binnen een IVN een organisatie moet komen om de belangen van de kampstaf leden te behartigen en sturing te geven aan het kampwerk. Het dagelijks bestuur van het IVN gaat akkoord en verkiezingen worden uitgeschreven om ons eigen bestuur te kiezen. De Werkgroep van Kampstafleden, oftewel de WvK, is geboren.

Tijdens een pauze van een WvK of WoesteLand kamp zitten jongeren te eten en staan in de rij voor theeDe WvK zorgt voor het organiseren van de kampen en het samenstellen van Kamp Commissies (kc’s), maar zorgt vooral ook dat de kampen steeds professionelere begeleiding. Nieuwe leden zijn aspirant lid totdat ze een kaderkamp hebben gedaan. Er komen naast zomerkampen ook werk weekenden en het milieu wordt naast natuurbeheer een steeds belangrijker onderwerp. In 1979 gaat de deelnemersbijdrage omhoog van vijf naar twintig gulden. Er komen internationale kampen met Engels als voertaal en soms gaan we net over de grens Duitsland in. Het 250e IVN kamp viel in 1980 en in 1981 is de WvK gegroeid tot 350 leden, die allemaal kampen begeleiden. Naast landelijke kampen organiseren acht regio’s werkdagen en weekenden.

De WvK als Werkgroep van Kampbegeleiders

In 1986 wordt de naam van onze organisatie veranderd. De afkorting blijft WvK, maar dit staat nu voor Werkgroep van Kampbegeleiders. Dit past meer bij hoe we onszelf zien; geen ‘staf’, of ‘leiders’, maar begeleiders. Begeleiders vormen de groep die het kamp voorbereidt en (liefst met zachte hand) sturing geeft aan het verloop van het kamp.

Een groep jongeren op kamp met WoesteLand op een waddeneiland

In deze periode worden thema’s van kampen voor het eerst aangekondigd, zodat deelnemers kunnen kiezen. Deze thema’s worden gevarieerd, sommige gaan over de natuur, andere over milieuproblemen en een derde categorie gaat over sprookjes, verhalen of filosofie. Natuurbeleving wordt een belangrijk begrip. In de praktijk verschillen kampen met een verscheidenheid aan thema’s ook weer niet zoveel. Natuurwerk blijft altijd centraal staan. Bij dat natuurwerk mogen we niet meer met bijlen werken, omdat vrijwilligers tegenwoordig ook onder de Arbowet vallen. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer moeten in deze tijd flink bezuinigen en we kunnen onze kampen steeds minder vaak (gedeeltelijk) met hun vrijwilligersvergoeding bekostigen.

Eind jaren tachtig en in de jaren negentig lopen onze deelnemersaantallen terug en uiteindelijk worden de regio’s opgeheven, zodat we dankzij een landelijk programma niet met onszelf concurreren.

Op kamp wordt graag een kampvuur gestookt

Op naar WoesteLand

Rond de eeuwwisseling zijn we gekrompen tot een veel kleinere organisatie. Op verzoek van IVN gaan we meer werken op projectbasis en nog meer doen met natuurbeleving. We worden een kleine, maar flexibele organisatie met een groeiend aantal vrijwilligers. We krijgen een nieuwe organisatie structuur. Voortaan hebben we geen officieel bestuur meer, maar worden deze taken gedaan door een kerngroep. Verder hebben we een werkgroep die bestaat uit “actieve jongeren die zich bij de organisatie betrokken voelen”. In de praktijk bestaat de werkgroep vooral uit onze begeleiders, maar regelmatig zijn er ook deelnemers die geen begeleider willen worden, maar wel op andere wijze kunnen bijdragen. Dankzij steun van de postcode loterij kunnen onze interne kosten grotendeels door IVN worden gedekt. Organisatorisch zijn we een afdeling van IVN.

Veel mensen vinden de naam WvK ouderwets. Naar onze deelnemers noemen we onszelf al langer IVN-jongeren. Officieel veranderen we onze naam naar IVN-jong. Vanaf 2001 worden onze zomeractiviteiten aangekondigd in de nieuwe folder genaamd WoesteLand. Deze naam blijft hangen en uiteindelijk gaan we ons officieel ‘WoesteLand, de jongeren van het IVN’ noemen. De tocht van WvK tot WoesteLand is compleet.

De opslag in de kelder van het IVN kantoor met alle kampmaterialen

Nieuwe ontwikkelingen

We gaan steeds vaker naar het buitenland en als we gaan, gaan we soms best ver weg. Eerder gingen we wel eens naar Duitsland en België, nu gaan er ook wel eens kampen naar Ierland, Polen, Denemarken en Frankrijk. We komen in de loop van de jaren overal waar we met bus of trein kunnen komen. Er komen af en toe nieuwe soorten vakanties. Trektochten met kano’s, op de fiets of in een huifkar bijvoorbeeld, waarin we steeds een dag werken en dan een dag verder trekken naar een volgend natuurgebied. Naast werken voor natuurbeheerders, gaan we steeds vaker ook aan de slag bij biologische boeren. Deze boeren houden gewoonlijk geen grote marges over, maar doen wel veel voor de natuur en kunnen onze hulp goed gebruiken.

Een groep jongeren neemt even pauze van hun vrijwilligerswerk op Schiermonnikoog.We beginnen met een nieuw concept; inval kampen. Op een inval week is er geen vaste groep, iedereen kan zich opgeven voor zo veel of weinig dagen als ze mee willen. Een enkele keer doen we een van de zomer weken op deze manier, maar het blijkt vooral ideaal te zijn voor de kerstvakantie. Vanaf 2010 organiseren we elke kerstvakantie een inval kamp op Schiermonnikoog.

We eten tegenwoordig altijd vegetarisch en doen ons best om ook zoveel mogelijk biologisch en lokaal in te slaan. We doen ons best op het eten, want na een dag werken en genieten in de natuur hebben we een goede maaltijd verdient.

Het jubilieumboek: van WVK tot WoesteLand

Meer lezen?

Ons 50 jarig bestaan werd gevierd met een reünie van alle jaren aan WoesteLanders en WvKers. Er is toen ook een boek uitgegeven met de hele geschiedenis, verhalen en foto’s. De boeken getiteld “Van WvK tot WoesteLand” zijn 12,50 euro per stuk exclusief verzendkosten. Interesse? Stuur een email naar info@woesteland.nl Zolang de voorraad strekt.