Zomerweek boeren in het bos

In het Friese Nijeberkoop licht landgoed Boschoeve. Op dit landgoed lopen allerlei dieren in het bos en worden groenten verbouwd volgens de permacultuur.
De dieren worden vervolgens uitgeleend aan bijvoorbeeld Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten wanneer een stukje natuur begrazing nodig heeft. Boeren in het bos is in Nederland experimenteel en kan misschien wel een bijdrage leveren aan het grote vraagstuk: hoe gaat de landbouw in Nederland nu verder.
Tijdens de week kampeerden we op een voetbalveldje van het plaatselijk belang. In hun gebouwtje konden we gebruik maken van de wc. Een douche was er niet, maar met behulp van een tuinslang en wat zeiltjes was die zo gebouwd. We zetten onze tentjes op in het veld en in de grote WoesteLand tent bouwden we een veldkeuken. Het weer was heerlijk of zelfs een beetje te warm. Maar gelukkig is er altijd schaduw wanneer je werkt in een bos.
Overdag wandelden we door de lanen tussen de velden naar een oude acacia plantage waar we aan het werk gingen. We deelden dit stukje bos in in secties door afgezaagde takken op te stapelen in takkenrillen. In het bos liepen schapen die we af en toe konden aaien. Naast het bouwen van de takkenrillen hebben we hier ook een moestuin aangelegd.
De kampcommissie had een paar spellen voorbereid zodat we elkaar aan het begin van de week gelijk leerden ken nen. Op een middag kregen we een rondleiding over de Cruydt-Hoeck, de enige plek in Nederland waar biologisch zaad van wilde planten wordt verbouwd. We liepen over de akkers terwijl onze gids vertelde hoe ze wilde zaden oogsten uit de natuur en samen met gemeentes onderzoeken welke zaden thuis zijn op een bepaalde plek. Daarnaast liet hij ons zien hoe de zaden worden gedroogd en gescheiden van het kaf en stukjes onkruid met behulp van wel 20 machines. Daarnaast kwamen er tijdens de week spelletjes op tafel, maakten we kampvuurtjes, stelden we af en toe kritische vragen aan de boer en vormden nieuwe vriendschappen. We sloten de
week af met een bonte avond.
De laatste dag pakten we onze tentjes weer in en stouwden we alle WoesteLand spullen in het busje. De boer bedankte ons voor het werk en voor de kritische vragen. Toen was eindelijk het moment aangebroken dat we echt weer naar huis gingen; bepakt en bezakt, een stuk bruiner, moe, maar met een kampboekje waarin iedereen een berichtje had geschreven op zak gingen we weer in de bus en de trein.